Derdeklassers zijn over het algemeen harmonisch en volgzaam. Regels worden goed nageleefd en overtreders worden direct gemeld. Ze vinden het erg prettig als de juf of meester duidelijk aangeeft wat er van hen wordt verwacht. Ze laten graag hun werk zien en waarderen het als er even wordt geluisterd naar wat ze te vertellen hebben over wat ze in het weekeinde hebben meegemaakt.
Oude Testament, schrift en taal
Door het jaar heen worden verhalen uit het Oude Testament verteld. Hierin is het element dat God de leider is belangrijk. God is goed voor de mensen, maar hij is streng als de mensen afwijken van zijn wil. Met taal leren de kinderen alles over de geschiedenis van het schrift. Zij gaan zelf met inkt Chinese karakters schrijven en proberen hoe het is om met een ganzenveer te schrijven. In de derde klas gaan de kinderen opstellen schrijven. En er wordt een begin gemaakt met het taalkundig ontleden.
Rekenen met getallen tot duizend
Rekenen heeft een periode over rekenen met geld. De kinderen maken in de klas winkeltjes waar ze met zelfgemaakt geld spullen gaan kopen en verkopen. Verder worden de tafels van vermenigvuldigen veel geoefend op allerlei manieren. De vier hoofdbewerkingen (optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen) moeten ze nu kennen met getallen tot duizend. Er wordt een begin gemaakt met cijferend rekenen.
Drie heemkundeperiodes
Klas 3 heeft drie heemkundeperiodes:
- de eerste gaat over de oude ambachten;
- de tweede gaat over het leven op een boerderij;
- de derde heemkundeperiode gaat over het bouwen van huizen. De kinderen praten met elkaar over waar een goede woning aan moet voldoen. Een huis moet bescherming bieden tegen regen en wind of zon. En heel belangrijk: je moet je er veilig voelen! De kinderen leren wat er allemaal bij komt kijken om in Nederland een huis te bouwen. Beroepen als aannemer, architect, timmerman, elektricien en stukadoor passeren de revue.
Aan het eind van het schooljaar krijgen ze hun rapport, getuigschrift en een spreuk van de juf of meester. Op naar klas vier.